Arnhem is de centrumgemeente van de Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland (AMR) en ontvangt in die hoedanigheid diverse rijksmiddelen gericht op participatie. Vanaf 2025 ontvangt de AMR extra middelen; voor 2025 is dit ongeveer € 2 miljoen. Dit verklaart grotendeels de afwijking in de budgetoverheveling ten opzichte van vorig jaar. Het Rijk stelt middelen beschikbaar voor een periode van 10 jaar (2025-2034) in het kader van de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur en de versterking van de sociale infrastructuur. Het jaar 2025 is een transitiejaar voor de AMR. In deze periode wordt gewerkt aan de opbouw van nieuwe samenwerkingsstructuren, waaronder regionale werkcentra en een versterkte sociale infrastructuur. Daarnaast is gestart met de ontwikkeling van een regionale meerjarenagenda. De totstandkoming hiervan vraagt om zorgvuldige afstemmen tussen de betrokken partijen. Als gevolg van deze voorbereidingsfase worden de beschikbare middelen in 2025 nog niet volledig ingezet. Dit geldt zowel voor middelen gericht op participatie als voor de versterking van de sociale infrastructuur. De onderbesteding is daarmee verklaarbaar en tijdelijk van aard. De verwachting is dat de inzet van deze middelen vanaf 2026 structureel zal toenemen, parallel aan de implementatie van de meerjarenagenda en de verdere uitrol van de regionale uitvoeringsstructuur. In de nota budgetoverheveling zal daarom voorgesteld worden om het resterende bedrag over te hevelen naar 2026. Het totaal over te hevelen bedrag wordt geraamd op € 4,2 miljoen.
Onderwerp:
Middelen SW Infrastructuur
Bedrag:
€ 700.000
Toelichting:
In 2024 is geprobeerd om samen met regiogemeenten tot een bestedingsplan te komen voor de tijdelijke (incidentele) middelen. Omdat andere gemeenten het budget niet hebben overgeheveld naar 2025, is regionale afstemming niet tot stand gekomen. Sinds begin 2025 heeft Werk en Inkomen zelfstandig invulling gegeven aan de inzet van deze middelen, gericht op het versterken van de sociale infrastructuur. Medio 2025 is een voorstel opgesteld dat aansluit op het koersplan sociale infrastructuur, vastgesteld in juni 2025. De inzet richt zich zoal op jongeren en nieuwkomers, onder andere via ervaringsdeskundigen en samenwerking met lokale partners zoals Scalabor. De verwachte besteding bedraagt circa € 198.000 in 2025 en € 700.000 in 2026. Voorgesteld zal worden om – als uitzondering – het bedrag voor 2026 voor een tweede keer over te hevelen. Deze overheveling is nodig om de uitvoering van het bestedingsplan zorgvuldig te kunnen afronden en ruimte te bieden voor lerend werken binnen de organisatie. Monitoring vindt plaats op zowel kwantitatieve als kwalitatieve effecten. Er is nadrukkelijk aandacht voor het voorkomen van structurele verplichtingen bij de inzet van incidentele middelen. De inzet van tijdelijke middelen, zoals de inzet van ervaringsdeskundigen, wordt geëvalueerd op effectiviteit en maatschappelijke impact.
Deze pagina is gebouwd op 09/17/2025 11:28:20 met de export van 09/17/2025 11:14:03